Een omleiding was de aanleiding dat L. en ik in augustus 2019 in het Gelderse Ravenswaaij terechtkwamen. We wilden die mooie, zonnige zondag het volgende deel van het Grote Rivierenpad bewandelen. Dit keer van Buren naar Tiel. Het stuk tussen Leerdam en Buren hadden we in de weekenden daarvoor al gedaan. We treinden naar Culemborg en stapten, na een wachttijd van ruim een half uur, goedmoedig in de bus die ons naar Buren zou brengen. Het goedmoedige verdween toen de buschauffeur ons vroeg wat onze bestemming was en meldde dat hij vanwege een omleiding niet in Buren zou stoppen. We stapten uit de bus, vroegen waar hij dan wel heen ging, en stapten weer in om in Zoelmond, of all places, uit te stappen. Via de Donkerstraat en na een plezierige pauze bij de lokale manege en een korte rondleiding bij ezelopvang Hof op de Oeverwal kwamen we bij Ravenswaaij uit. Het uitzicht vanaf de Lekbandijk op de Lek en, aan de overkant, de molen, de kerken en het kasteel van Wijk bij Duurstede, was bijzonder fraai.
De vroegnegentiende eeuwse bewoners van Ravenswaaij werden in 1811 door de Franse bezetter ondergebracht bij de gemeente Beusichem. Nadat Napoleon in 1813 verslagen was, werd het dorp in 1817 onderdeel van de gemeente Maurik. Dat bleef zo tot 1998. Sinds 1999 behoort Ravenswaaij bij de gemeente Buren. Al in 1139 wordt ‘Raveneswade’ in een akte genoemd. De plaatsnaam is waarschijnlijk afgeleid van raven (de vogels) en wade of waij, dat ‘poel’ of ‘ondiep water’ betekent. In het dorp wonen zo’n 200 mensen. Met de woningen in het achterland telt Ravenswaaij ongeveer 500 inwoners. Het oudste nog bestaande gebouw van Ravenswaaij is de hervormde kerk uit de eerste helft van de 17e eeuw (1644). Aan de Lekbandijk 79 ligt een vervallen boerderij uit 1746. Heel fraai is het landhuis aan de Lekbandijk 29 uit 1750. Daarnaast heeft het dorp een aantal hallenhuisboerderijen die op de gemeentelijke monumentenlijst van Buren staan.
De naturistencamping ‘De Maat’ hebben we rechts laten liggen.